Myles Kennedy in 013: rockster heeft Alter Bridge helemaal niet nodig

myles-kennedy-in-013

In een goedgevuld 013 betreedt Myles Kennedy woensdagavond het podium voor – als we Kennedy mogen geloven – zijn ‘grootste Europese publiek tot nu toe’. Een avond waarin vooral duidelijk werd dat Kennedy zijn band Alter Bridge en Slash helemaal niet nodig heeft om een publiek volledig in te pakken.

De opstelling is in de 013 vrij sober: een groot doek als achtergrond, een paar Marshall-versterkers, en een bassist en drummer die Kennedy ondersteunen. Maar zodra de eerste akkoorden van The Art of Letting Go klinken, wordt duidelijk dat Kennedy geen poespas nodig heeft. Zijn stem, een instrument op zichzelf met een bereik van vier octaven, vult moeiteloos de zaal. Dit openingsnummer zet de toon met een krachtig, consistent geluid en een boodschap van loslaten en acceptatie.

Bij Nothing More to Gain pakt Kennedy het publiek in met zijn blend van melancholie en hoop. De overgangen tussen zijn zang en soleren lijken moeiteloos, maar in een moment van eerlijkheid bekent hij later dat dit vaak allesbehalve vanzelf gaat: “Ik ga meerdere keren bijna dood van binnen,” zegt hij met een glimlach.

Wapen tegen duisternis

Wanneer Devil on the Wall begint, neemt de energie een vlucht. De southern rock-vibe van dit nummer brengt de zaal in beweging, met stevige riffs en een ritme dat haast aan Alter Bridge doet denken. Kennedy gebruikt de ruimte om heen en weer te bewegen, zijn gitaar als wapen tegen de duisternis die het nummer beschrijft.

A Thousand Words volgt en brengt een breekbaarder moment. Kennedy reflecteert openlijk over ouder worden, en zijn woorden krijgen extra lading door het eerlijke karakter van het nummer. Zijn bandgenoten vullen subtiel aan, maar de spotlight blijft op Kennedy gericht, die zich volledig blootgeeft.

Hoogtepunt van de avond

Dan komt Behind the Veil, het onbetwiste hoogtepunt van de avond. Kennedy introduceert het als een nummer dat hij elke avond anders speelt, en het publiek voelt zich bevoorrecht deelgenoot van deze unieke uitvoering. Zijn solo’s zijn een masterclass in expressie, alsof hij in de leer is gegaan bij Joe Bonamassa.

Het contrast kan niet groter zijn als Kennedy vervolgens overschakelt naar een akoestische versie van Love Can Only Heal. Het is muisstil in 013; zelfs een speld zou hoorbaar zijn. Kennedy’s stem klinkt puur en kwetsbaar, en het publiek luistert ademloos naar een refrein dat als balsem voor de ziel voelt.

De avond neemt weer vaart met Wake Me When It’s Over en Miss You When You’re Gone, waarin Kennedy’s liefde voor blues en southern rock doorschemert. De sfeer is lichter, maar de muzikale diepgang blijft. Met Year of the Tiger keert hij terug naar een intiemer moment. Het nummer, opgedragen aan zijn moeder, biedt een blik in zijn jeugd en de invloed van haar kracht en wijsheid op zijn leven.

Iconisch

De reguliere set sluit Kennedy – toch wel zichtbaar vermoeid – met het energieke Get Along en In Stride, twee nummers die de zaal laten bewegen en een optimistische noot toevoegen aan de avond. Maar Kennedy is nog niet klaar. Tijdens de encore brengt hij Say What You Will, een krachtige afsluiter die zowel rebels als hoopvol aanvoelt, en waarin Kennedy nog één keer al zijn vaardigheden laat zien: zijn unieke stem, meesterlijk gitaarspel en een charisma dat onmiskenbaar is.

Na precies anderhalf uur – een perfecte speelduur – verlaat Kennedy het podium, zichtbaar dankbaar en voldaan. Dit is geen optreden dat in de geschiedenboeken zal gaan als memorabel, maar Kennedy bewees helemaal in zijn eentje wél waarom hij tot de meest iconische stemmen in de rockwereld behoort.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *