Terwijl buiten de zon aarzelend doorbreekt, en Nederland zich opmaakt voor de finale van het Eurovisie Songfestival, zoeken we in Nijmegen juist de duisternis op voor het festival Sonic Whip in Doornroosje, waar moddervette stoner en zeldzame speciaalbiertjes lonken voor de vele honderden bezoekers. RiffReport was erbij en doet verslag!
De Poolse band Sunnata betreedt halverwege de middag de grote zaal van Doornroosje in volledige concentratie, gehuld in ceremoniële kledij. Een van de muzikanten draagt een lange, zwarte gothische jas: goed passend bij Sunnata’s rituele karakter.
Deze band speelt geen muziek in de traditionele zin; ze proberen een ervaring te weven. De logge, traag opbouwende nummers schuren langs doom, sludge en psychedelica, met hier en daar een vleug grunge.
Maar ondanks de overtuiging waarmee Sunnata speelt, blijft de zaal verdeeld. Een deel van het publiek dompelt zich gewillig onder in de trance, anderen lijken wat ongeduldig, alsof ze per ongeluk op het verkeerde feest zijn beland. Begrijpelijk: binnen het doorgaans energieke karakter van Sonic Whip voelt dit optreden als een plechtige tussenstop. Fascinerend en intens, maar niet echt een match met het festival.
Debuut op hoofdpodium
Dan schakelen we over naar de grote zaal, waar Temple Fang zich opmaakt voor hun debuut op het hoofdpodium van Sonic Whip. De band wordt met gejuich ontvangen; vijf jaar moesten fans wachten op deze terugkeer. De vier mannen nemen hun tijd en bouwen langzaam maar trefzeker aan een set die meer voelt als een dromerige trip dan een rockshow.
De muziek van Temple Fang stroomt in Doornroosje als een rivier met vertakkingen: soms kabbelend, dan weer wild schuimend. De kleine, intens ogende zanger/gitarist vol tatoeages leidt ons door de set met een vanzelfsprekend gemak. Deze man excelleert in nuance; elke kleine gitaartokkel krijgt volop ruimte. Als plots de zanger van Heath opduikt met een mondharmonica, ontstaat er echter een moment van rauwe bluesenergie in de verder dromerige set.
Tegen het einde, wanneer de band het tempo nog verder laat zakken in een mantra-achtig slotstuk, raakt Temple Fang de aandacht kwijt en voelt de magie iets te lang uitgesponnen. Desondanks: een indrukwekkende show die bewijst dat deze band thuishoort op het grote podium.
Cowboyhoed en moddervette riffs
Een korte adempauze, een biertje met een naam die je niet kunt onthouden, en dan staan we alweer klaar voor de volgende band: The Devil and the Almighty Blues uit Oslo. Met hun gruizige mengsel van blues, rock en sludge brengen ze een compleet andere energie. De gitarist, cowboyhoed, priemende blik, staat frontaal in de spot en perst de ene na de andere moddervette riff uit zijn gitaar. Het geluid is ruw en warm tegelijk, als een oude motor die brullend tot leven komt.
De zanger, een imposant figuur met lange haren en een stem alsof hij dagelijks grind ontbijt, zingt alsof hij elk woord zelf heeft geleefd. Salt the Earth opent de set en slaat direct een krater in de zaal. Tired Old Dog sleept zich voort met een lome intensiteit, waarna Never Darken My Door het tempo iets opvoert, zonder de zwaarte te verliezen. De band speelt strak, zonder opsmuk, en dat werkt perfect. Het is blues zoals het bedoeld is: smerig, bezield en rechtdoorzee.
Met de klok die richting middernacht kruipt, maken we ons op voor ons persoonlijke sluitstuk van de avond: Elder. De band viert het tienjarig jubileum van Lore, het album waarmee ze definitief hun plek in de heavy rock-ondergrond veroverden. En dat vieren ze door het werk integraal live te spelen.
Vanaf de eerste tonen van Compendium is het duidelijk: Elder is vanavond in topvorm. De dynamiek tussen de bandleden is feilloos, de tempowisselingen snijden als een mes door de set. Legend en het titelnummer klinken zwaarder en meeslepender dan op plaat, alsof de jaren alleen maar meer diepte hebben toegevoegd.
De band weet een zeldzame balans te vinden tussen brute kracht en melodie, tussen precisie en overgave. Vooral in Deadweight en Spirit at Aphelion overtuigen ze met felle breakdowns en meeslepende zangpartijen die niet alleen de oren, maar ook het hart raken. Tijdens het lang uitgesponnen Halcyon en afsluiter Dead Roots Stirring lijkt de tijd stil te staan. De zaal, inmiddels tot de nok gevuld, laat zich volledig meevoeren.
Zo eindigt de tweede dag van Sonic Whip vol contrasten: van rituele doom tot kosmische rock, van zompige blues tot epische prog. Sonic Whip bewijst wederom waarom het een van de fijnste heavy festivals van Nederland is.