Zeal and Ardor in Patronaat: ritueel van furie en bezieling

Vijf mannen, gehuld in zwarte kappen, in een rechte lijn naast elkaar. Geen hiërarchie, geen ster in het midden: alle ogen op alle vijf. Het Patronaat voelt dat dit geen gewone metalshow gaat worden. En ze krijgen gelijk: een concert van Zeal and Ardor is niet zomaar een concert, maar een beleving.

Zodra de eerste noten van The Bird, the Lion and the Wildkin klinken, komt de uitverkochte grote zaal van het Patronaat gelijk tot leven. De opener van het nieuwste album Greif zet meteen de toon: zwaar, dreigend, maar tegelijk met een soort onderhuidse spiritualiteit die typerend is voor Zeal and Ardor.

De overgang naar Wake of a Nation, afkomstig van de gelijknamige EP, is een visueel en sonisch spektakel. Groene lichten flitsen bij elke zware basslag. Een van de gitaristen draait meerdere malen in het rond, zijn riffs loepzuiver ondanks de acrobatiek. De a capella die Zeal and Ardor zo kenmerkt snijdt door het gitaargeweld. Het geheel voelt als een hypnotiserende mengeling van gospel en razernij: Zeal and Ardor is los.

De kappen gaan af!

Bij Götterdämmerung, van het titelloze derde album, volgt het eerste theatrale moment van de avond: op de eerste rauwe schreeuw vallen de kappen af. De maskers onthullen gezichten getekend door zweet en concentratie. Dit is met afstand het hardste nummer van de set, met flitsende stroboscopen die de zaal vullen alsof de bliksem zelf zich ermee bemoeit. De impact is voelbaar tot op het balkon, waar mensen net zo uitzinnig reageren als vooraan bij het podium.

Met Ship on Fire en Erase voert de band de intensiteit verder op. Vooral Erase barst uit zijn voegen met gestoorde distortion en een lichtshow die bijna epileptisch aanvoelt. Het is puur spektakel, maar met controle:’chaos in regie.

Wasting your time

Bij Gravedigger’s Chant keert de rust even terug. Frontman Manuel Gagneux spreekt het publiek toe in verrassend goed Nederlands: “Dank jullie wel.” Een lang applaus volgt. “Thank you for wasting your time with us”, zegt hij daarna, met een glimlach die zijn oprechte verwondering over het uitverkochte Patronaat verraadt.

Dan volgt een serie waarin de band naadloos schakelt tussen hun diverse invloeden. Fend You Off en Kilonova (afkomstig van het minder geliefde Grief, maar hier opvallend sterk gebracht) bewijzen de veelzijdigheid van de band. Bij Blood in the River, van het debuut Devil Is Fine, slaat elke drumbeat gepaard met een flits: het voelt ritueel, bijna religieus. Run en Tuskegee volgen, waarbij vooral die laatste met een diepe grunt eindigt die door merg en been snijdt.

Bij Row Row ontstaat een enorme moshpit tijdens het refrein waarin niemand op steenworpafstand van het podium nog veilig is. Daarna volgt een sterk blok met To My Ilk, Sugarcoat, Death to the Holy en natuurlijk het nummer waar het allemaal mee begon: Devil Is Fine. De band bewijst waarom ze nog steeds zo relevant zijn: ze blijven vernieuwen zonder hun kern te verliezen.

Onheilspellend en intens

De toegift opent met Trust No One, waarbij de bassist voor het eerst de spotlights krijgt met een subtiele, maar groovende solo. Het publiek klapt mee, joelt, zingt. At the Seams en Don’t You Dare houden de energie vast, waarna I Caught You iets meer ademruimte biedt. Maar ademhalen blijkt van korte duur.

De slottrack Clawing Out eindigt de avond na bijna anderhalf uur zoals het begon: onheilspellend en intens. De hakkelende, grommende riff snijdt zich vast in je borstkas, de lichtshow pulst perfect op de maat. Patronaat zindert nog na als de band het podium verlaat.

Zeal and Ardor bewijst vanavond in Patronaat dat ze geen gimmick zijn, maar een volwaardige kracht in de moderne metal. Hier wordt geen harde metal gespeeld; hier wordt een ritueel voltrokken. Op naar Jera on Air!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *